De molen werd in 1852 gebouwd voor J.F. Pompen. De familie Pompen bezat de heerlijkheid Sterksel en de molen kan worden gezien als een beleggingsobject. Ze diende zowel als schorsmolen, oliemolen en korenmolen. De oliemolen werd in 1887 afgebroken en deed daarna nog dienst in De Roosdonck te Nuenen. In 1920 werd ook de schorsmolen afgebroken. In 1862 en 1904 vond brand plaats in de molen, maar deze werd spoedig daarna weer hersteld. Spoedig na 1946 kwam aan het windbedrijf een einde.
Heeze is een dorp in de provincie Noord-Brabant. Het maakte tot de tijd van de Bataafse Republiek deel uit van de heerlijkheid Heeze, Leende en Zesgehuchten. Sedert het begin van de 19e eeuw was het een zelfstandige gemeente, en sinds 1997 is Heeze een
onderdeel van de gemeente Heeze-Leende.
De naam 'Heeze' betekent: 'Laag struikgewas'. De naam 'Heeze' is verbasterd van het Oergermaanse woord haisjô, dat 'jong beukenbos' of 'kreupelhout' betekent.
De stroom ontstaat uit verschillende beken op de grens van Noord-Brabant en Limburg ten oosten van Maarheeze. Van daar af stroomt het grootste deel van het water door het rond 1900 aangelegde Sterksels Kanaal. Parallel hieraan volgt de Sterkselse Aa als een klein meanderend beekje de oude loop. Ten noorden van Sterksel komen de beide wateren tezamen als Sterkselse Aa. Bij het Kasteel Heeze vormt deze samen met de Grote Aa de Kleine Dommel.
Het kanaal van 6 km lengte loopt deels parallel aan het riviertje de Sterkselse Aa. Dit kanaal werd gegraven tussen 1916 en 1920 in het kader van de ontginningswerkzaamheden van de NV 'De Heerlijkheid Sterksel' en het moest dienen voor de ontwatering van het Peelven en het Turfven bij Sterksel, samen 80 ha, die men wilde droogleggen. Men maakte hierbij gebruik van Belgische oorlogsvluchtelingen. Tegenwoordig is het Sterksels Kanaal een fraaie waterloop met een dek van waterplanten.
Akkerdorp dat in de middeleeuwen met Heeze en Leende tot één heerlijkheid behoorde. Het dorp is van 1798 tot 1915 in bezit geweest van de familie Pompen.
De R.K. kerk H.H. Catharina van Alexandrië is een kruiskerk met uitgebouwd portaal en terzijde staande toren. De kerk verrees in 1927 in traditionele vormen naar plannen van J. Tonino. Bij de ingang is een wapensteen uit 1619 ingemetseld.
Gevelsteen aan de R.K. Kerk Heilige Catharina van Alexandrie met het wapen met de wapenspreuk (Ne Quid Nimis=alles met mate) van Abt Matthias Valentijns van de Abdij van Averbode waartoe Sterksel tussen 1197 en 1798 behoorde. Deze oude gedenksteen uit 1619 is links naast de ingang van de kerk ingemetseld.
Dit monument is een teken van de Sterkselse geloofsgemeenschap in verbondenheid met de drie congregaties die in Sterksel geleefd, gewoond en gewerkt hebben, steeds in dienst van de ander.
Missionarissen van Afrika - Witte Paters 1926-1965
Broeders van de H. Joseph - Oprichters Huize Providentia 1920-1991
Zusters van O.L. Vrouw van Afrika - Witte Zusters 1950-1998
"D'n Os" - symbool van Sterksels ontginning
Geplaatst door CV. de Ossendrijvers - 1969
Dit beeld memoreert de ontginnings-activiteiten, waarbij ook 14 ossen werden ingezet. Het is ontworpen en gemaakt door de plaatselijke inwoners en het speelt een rol tijdens carnaval. Een jongeman die op een leeftijd van 30 jaar nog niet getrouwd is heeft 'de os gezien', en dat gaat niet ongemerkt aan het slachtoffer voorbij.
MEI 1940 - MEI 1945 O MEI KONINGINNE O STERRE DER ZEE UW MEIMAAND O MOEDER BRAG’T VRIJHEID EN VREE GIJ LEIDDET ONS VEILIG DOOR OORLOGSGEVAREN DOOR WOELIGE BRANDING VAN VIJF BANGE JAREN WIJ ZEGGEN U DANK KONINGIN VAN DE VREDE GIJ DIE HIER KOMT KNIELEN HERHAALT DEZE BEDE.
Providentia is een terrein bij het dorp Sterksel waar voor epilepsiepatiënten in verschillende woongroepen een beschermde woonomgeving gecreëerd is. Door de grootte van het complex en de aanwezigheid van voorzieningen als een boerderij, kapel en een winkel lijkt Providentia op een klein dorp. Providentia is begonnen als een verpleeghuis voor mensen met epilepsie. Door fusie is het een onderdeel gaan uitmaken van de instelling Kempenhaeghe.
De eerste steen van het klooster dat Huize Providentia gaat heten, wordt in 1915 gelegd. Opschrift van deze steen luidt: Sub tutela divinae Providentiae 1925, wat zoveel betekent als Ónder bescherming van de goddelijke voorzienigheid'. Het gerucht gaat dat deze steen meerdere malen vervaardigd moest worden. Bij het eerste exemplaar bleek de steenhouwer de verkeerde steensoort te hebben gebruikt. Bij de 2e levering was er een foutieve tekst geplaatst.
In 1919 besloten de Broeders van de Heilige Joseph in Heerlen om in Sterksel een terrein te kopen voor de stichting van een nieuw verpleeghuis voor epileptici. Deze instelling werd Huize Providentia genoemd. Deze naam verwijst naar de Goddelijke voorzienigheid en de woorden: 'Sub tutela divinae Providentiae' ('Onder bescherming van de goddelijke voorzienigheid'). Het verpleeghuis was gereed in 1927. Aanvankelijk werd het bewoond door 13 broeders en 50 patiënten.
De kapel van Providentia werd ingezegend in 1932. Ze is gewijd aan Sint-Cornelius, de patroon van de epileptici. De architect ervan was Anton J. Bartels. Het gebouw is neogotisch, maar de inrichting heeft kenmerken van Art Nouveau.
In 1957 is begonnen met paviljoens voor de huisvesting van bewoners: Ariëns en Don Bosco. In 1960 is een nieuwe school gebouwd. De oude school werd verbouwd tot therapie-gebouw. In 1974 zijn twee nieuwe paviljoens gebouwd: Cornelius en Savelberg. Later zijn nog het Ignatius- en Jonckheit-paviljoen gebouwd. In 1990 vertrokken de broeders uit Providentia, en werd het een seculiere instelling.
Het oorlogsmonument in Sterksel is opgericht ter nagedachtenis aan drie Nederlandse militairen van 3-III-30 R.I. die op 12 mei 1940 door oorlogshandelingen om het leven zijn gekomen.
De namen van de militairen luidden: A.H.A. Aarts, F.A. Broos en A.N. Kanters. Zij kwamen om tijdens achterhoedegevechten nadat zij zich teruggetrokken hadden uit de Peel-Raamstelling.
Vorm en materiaal
Het oorlogsmonument in Sterksel (gemeente Heeze-Leende) bestaat uit drie aan elkaar bevestigde houten kruizen. Aan de voet is een plaquette geplaatst. Tevens is er bij het monument een informatiebord geplaatst.
Tekst
De tekst op het informatiebord luidt:
'DIT MONUMENT IS GEADOPTEERD DOOR
DE AFDELING IVA VAN ONDERWIJSCENTRUM
DE BERKENSCHUTSE.'
De Somerensche Heide en de Boksenberg zijn bossen in de gemeente Someren in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. De bossen zijn eigendom van de gemeente. Tot 1920 was de Somerensche Heide een uitgestrekt heidegebied tussen de Strabrechtse Heide en het landbouwgebied van Weert dat slechts doorsneden werd door de Maarheezerdijk en de Kerkedijk. De laatste voerde van Someren naar de voormalige grenskerk bij de Hutten.
Het Landgoed De Pan bestaat voornamelijk uit droog naaldbos en een vochtig gebied nabij de Sterkselse Aa. De naam, die reeds van 1516 bekend is, heeft betrekking op een komvormige laagte. In 1928 kocht de familie Philips een deel van het gebied, dat toen uit open heideveld bestond. Het werd ingericht als landgoed, waarvan de eikenlanen nog getuigen. Sedert 1966 heeft Staatsbosbeheer delen hiervan aangekocht. Deze organisatie bezit hier nu 380 ha.
A ō D M.C.M.L. III werd deze veldkapel gebouwd door de Fam. L. Kerstens Schroder te Tilburg op grond geschonken door de Fam. F.R. Sprankenis te Sterksel. Ingewijd door de Zeereerw. Heer Pastoor J.A. Verhoeven te Sterksel.
1-nov-1954
Het verzetsmonument herinnert de inwoners van Maarheeze (gemeente Cranendonck) aan verzetsgroep 'De Vrijbuiters' en de ontsnappingsroute voor geallieerde vliegtuigbemanningen die met behulp van het verzet door Maarheeze uitgezet werd.
Het monument is onthuld op 5 mei 1985 door burgemeester H.A. van den Broek en voormalig verzetsman Van Riel (oud-wachtmeester van de rijkspolitie in Maarheeze).
Het huidige aanzien van het rijke huis Kerkstraat 9, dat lange tijd als burgemeestershuis heeft gediend, stamt uit omstreeks 1875. Het pand bevat wellicht een oudere kern. Ook enkele geveldecoraties, met name de engelenkopjes in de frontons en de ionische kapitelen met kopjes onder de vensterbanken, kunnen laat-16de- of vroeg-17de-eeuws zijn.
18e eeuws huis waarvan de voorgevel een top met uitgezwenkte trappen heeft. Jaarankers 1779. Woonhuis Kerkstraat 5 was waarschijnlijk een teutenhuis. Deze gepleisterde langgevelboerderij met in- en uitgezwenkte gevels heeft een ruim woongedeelte.
De R.K. St.-Gertrudiskerk is een driebeukige neoromaanse kruisbasiliek met aan de voorzijde een topgevel geflankeerd door twee torens met wimbergen en ruitdaken. Aannemer L. de Vries bouwde de kerk in 1909-'10 naar model van de enkele jaren oudere kerk van C. Franssen te Einighausen (bij Sittard).
De plaatsing van het Mariabeeld was een initiatief van H.A.G. Pastoor Bos. Hij nam dat initiatief toen Paus Pius XII 1954 uit riep tot Mariajaar. De parochianen van Soerendonk en Gastel brachten de benodigde gelden bij elkaar voor het monument als herinnering aan het Mariajaar en tevens uit dankbaarheid voor de redelijk goed doorgestane oorlogsjaren. Het beeld werd gemaakt door de beeldhouwer Karel Lücker uit Roermond. Op 29 mei 1955 werd het beeld onthuld door burgemeester R.H. van Schaik.
Het voorm. raadhuis, gelegen ten oosten van het dorp, staat op de plaats van het in 1270 vermelde en in 1673 door de Fransen verwoeste kasteel Cranendonck. In 1899 verrees hier het landhuis Cranendonck, dat in 1939-'40 ingrijpend werd verbouwd en uitgebreid naar plannen van J. Roffelsen. Het wit geschilderde gebouw op L-vormige plattegrond heeft zijn ingang in de zeskante toren - met ingezwenkte leien spits - in de binnenhoek.
Rond 1250 is tussen Maarheeze en Soerendonk kasteel "Cranendonck" gebouwd. Vernoemd naar de natuurlijke omstandigheden ter plaatse ('kraan' van kraanvogel en 'donk' van heuvel). Het kasteeltje kent een rijke geschiedenis en heeft zelfs een band met ons Koningshuis. Vanaf het midden van de zestiende eeuw tot het einde van het Ancien Régime heeft het kasteel toebehoord aan de Oranjes. In 1820 werden de Oranjegoederen als kroondomein verkocht en Cranendonck kwam hierdoor in particuliere handen.
Het kasteel werd in 1673 door de Fransen grotendeels vernield. Aan het begin van de vorige eeuw werden de bovengrondse delen van het kasteel verwijderd. In 1996 kwamen door proefboringen de fundamenten van het vroegere kasteel aan het licht. Een uitgebreider onderzoek bracht de contouren van het vroegere kasteel in kaart. In 2008 zijn deze contouren zichtbaar in het veld aangebracht
Dorp ontstaan in de vroege middeleeuwen als een samenstel van agrarische nederzettingen in het beekdal van de Buulder Aa. In 1421 werd Budel bij de Meijerij van Den Bosch ingelijfd.
De naam 'Budel' is mogelijk verwant aan bode en ohd. butil 'gerechtsdienaar', dan wel aan de woordgroep van buidel 'zwellen'. De oudste vermelding Budilio (779) wijst misschien op een collectiefvorm met het suffix -ja.
De R.K. kerk O.L. Vrouw Visitatie is een driebeukige neogotische kruisbasiliek uit 1904-'12 met hoge westtoren van vier geledingen, voorzien van naaldspits met flankerende torentjes. De rijzige kerk is naar ontwerp van C. Franssen opgetrokken in baksteen met vensteromlijstingen van lichtere, rode verblendsteen.
Het interieur heeft gepleisterde muren, spitsbogen en lisenen in schoon metselwerk, en zuilen van Naamse steen met bladkapiteel. J. Custers vervaardigde het hoofdaltaar met zandstenen retabel (1912), de communiebank (1916) en de preekstoel (1933). Verder bevat de kerk onder meer elf polychrome houten beelden uit het atelier van Cuypers (1912), kruiswegstaties geschilderd naar ontwerp van J.Th.J. Cuypers (1919-'23) en een Maria- en Jozefaltaar door F.A. Franssen en A.M. van Rooy (1939).
In 1809 stond koning Lodewijk Napoleon de Hervormde Gemeente Budel-Maarheeze-Soerendonk-Gastel 6.000 gulden toe voor de bouw van een kerk te Budel. Het geld werd pas in 1812 ontvangen en op 7 juli 1812 werd de eerste steen gelegd door Floris, baron van Brakel tot Brakel, heer van Vredestein. Voor de bouw van de eenbeukige zaalkerk werd gebruik gemaakt van stenen van het afgebroken klooster franciscanen in Achel (B)
Os Moen is een bronzen beeldje van een vrouw die brood snijdt. Ze verzinnebeeldt de Budelse gemoedelijkheid en gastvrijheid. Het beeldje is gemaakt door de plaatselijke kunstenaar Sjeng Caris.
Het schepenhuis is een eenvoudig gebouw op rechthoekige plattegrond met schilddak en bordes met trappen. Het werd in 1771 gebouwd naar plannen van de Boxtelse landmeter Hendrik Verhees en heeft dienst gedaan als raadhuis met cachot en brandspuitbergplaats, maar ook als garen- en botermarkt. Bij de restauratie in 1981-'82 werd het gebouw, dat door verbouwingen ingrijpend was gewijzigd, in de oorspronkelijke staat gereconstrueerd.
De Buulder Aa begint bij de Nederlands-Belgische grens ten westen van Budel. Zij stroomt tussen Budel en Gastel door en oostelijk langs Soerendonk. Bij de brug in de weg van Maarheeze naar Soerendonk neemt zij de gekanaliseerde Boschloop op. Bij Leende vormt zij samen met de Strijper Aa de Grote Aa.
Gastel is een dorp gelegen ten noorden van Budel in de gemeente Cranendonck. Tot 1821 was Gastel een zelfstandige gemeente. Daarna behoorde het dorp tot 1925 tot de gemeente Soerendonk, Sterksel en Gastel en van 1925 tot 1997 tot de gemeente Maarheeze.
Vogelwacht de Paaldijk ontstond 20 jaar geleden als reactie op plannen van de overheid om van het gebied rondom de Paaldijk een weidevogelreservaat te maken. T.g.v. het 20 jarig bestaan is een houten kievit geplaatst aan de Paaldijk in de bocht ter hoogte van de Strijper Aa. Het beeld is gemaakt door woodcarver Toine Verlijsdonk uit Nuenen. Het beeld werd op de locatie onthuld door twee landbouwers die vanaf het eerste uur betrokken waren bij de weidevogelgroep: Piet van Meijl en Piet van der Paalen.
Buurtschap ten zuiden van Leende, ontstaan omstreeks het jaar 1000 als beekdalnederzetting, maar vooral tot ontwikkeling gekomen in de 18de eeuw. De structuur van verspreid staande boerderijen tussen het Leenderbos en de Strijper Aa, gelegen aan enkele elkaar kruisende wegen, is opmerkelijk gaaf bewaard gebleven.
De naam 'Strijp' betekent 'streep' of 'rij' en heeft betrekking op een reeks boerderijen.
Op de hoek van de Dorpstraat en Margrietlaan staat een mooi bronsplastiek met het opschrift , "Van Engelen , 100 jaar in leder,
1872 - 1972, aan de gemeente Leende nov. 1972”. Helaas viel op 21 mei 1975 het doek voor de fabriek in Leende. Van Engelen Lederen Kleding" is failliet.
Dit is een laatgotische kerk van het Maaslandtype. Er is weinig bekend over het ontstaan en de bouw van de kerk. Een vroegere muurtekst 'afgewerckt 1474' duidt wellicht op de ouderdom v.d. kerk De toren is 38,5 m hoog, de spits 26,8 m. De kerk is gebouwd in de heilige linie: het priesterkoor is gericht naar het oosten. In 1699 brandde de torenspits door bliksem af. De kerk was toen in handen van de protestanten. In 1714 kwam er een nieuwe spits op de kerktoren. In 1798 kregen de katholieken hun kerk terug.
Aan de noordelijke zijde van de als rijksmonument beschermde R.K. kerk van St. Petrus Banden staat de blokvormige R.K. pastorie, waarschijnlijk daterende uit omstreeks 1860 en gebouwd in neo-classicistische stijl. In 1979-1980 is het aan de noordelijke zijde aangebouwde koetshuis geamoveerd ten behoeve van een moderne aanbouw.